Zolang ik fiets

Hogeschool Utrecht & Ideate interventies

Domeinen: , Kringen: Onderzoekstypen:
ProjectnaamMatrix Zolang ik fiets

Zolang ik fiets, Pilot project veilig fietsen: Wat kunnen ouderen zelf doen om veiliger te fietsen?

Projecteigenaar, of -opdrachtgever

Gemeente Amersfoort, Gemeente Dronten, Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Projectomgeving

Fietsveiligheid onder ouderen

Projectonderzoeker of -uitvoerder

Reint Jan Renes

Trekker Fietscommunity

Maaike Adriaens

Tweede contact

Fietscommunity

Trigger

Met de Beleidsimpuls Verkeersveiligheid (2012) beoogt het ministerie van Infrastructuur en Milieu voor 2020 via een maatregelenpakket het aantal verkeersdoden en verkeersgewonden in Nederland terug te dringen. In het kader van deze beleidsimpuls is afgesproken dat alle gemeenten een lokale aanpak ‘Veilig Fietsen’ opstellen. Ouderen zijn hierin een belangrijke doelgroep, omdat onder hen relatief veel fietsongevallen voorkomen. Het ministerie ondersteunt de gemeenten in het ontwikkelen van interventies hiervoor.

Domeinen

(E1) Effectieve mobiliteit
(E5) Sociale cohesie

Kringen

(C1) Bovenbouw

Onderzoekstypen

(R3) Toegepast technisch

Samenvatting

Het resultaat van het project is tweeledig. Ten eerste zijn inzichten verzameld met betrekking tot de mogelijkheden die er zijn de oudere fietser daadwerkelijk te bereiken en te motiveren. Het heeft geleid tot 7 kerninzichten in de correlatie van ouder worden en fietsen:

  1. Bestaande interventies richten zich vooral op het veiliger maken van de fietsomgeving zoals ontvlechte fietspaden, en een vergevingsgezinde berm, en veel minder op gedrag.
  2. Fietsen is voor de oudere ‘meer dan fietsen alleen’. Het is een belangrijk onderdeel van het dagelijks leven en welzijn. Het geeft een gevoel van zelfstandigheid, vrijheid, mobiliteit en de mogelijkheid om het sociale leven te kunnen onderhouden.
  3. Er zijn verschillende groepen ouderen te onderscheiden met betrekking tot de zogenoemde statusonderkenning: ouderen die hun veranderende status niet onderkennen en hun fietsgedrag niet aanpassen, ouderen die realistisch onderkennen en daarmee hun fietsgedrag gepast aanpassen, en ouderen die de status onrealistisch onderkennen, zichzelf onderschatten en bijvoorbeeld te vroeg stoppen met fietsen.
  4. De oudere fietser fietst al zijn hele leven en heeft dus gewoontes ontwikkeld waar hij zich niet meer bewust van is. Aangezien de oudere fietser steeds meer functiebeperkingen krijgt, kan de juiste uitvoering van deze gewoontes afnemen en daardoor gevaarlijke situaties opleveren.
  5. Fietsen is een dagelijkse gewoonte, voornamelijk een onbewuste routine. Deze wordt af en toe doorbroken als de oudere ervaart dat ‘het drukker wordt op de weg’, of ‘het been niet meer zo over de stang zwaait’. Deze bewustwordingsmomenten worden nu nog niet benut.
  6. Een groot deel van de ouderen vindt over het algemeen dat het fietsen door jarenlange ervaring geen onderhoud nodig heeft. Men is niet gemotiveerd om bijvoorbeeld fietsles te nemen of een fietshelm te dragen. Dat is meer iets ‘voor de kleinkinderen die nog zo weinig ervaring hebben’.
  7. Het fietsgedrag is sterk verbonden met de perceptie van de oudere over het ouder worden in het algemeen. Ouderen gaan hier verschillend mee om; van heel berustend tot ontkennend. Dit heeft effect op de statusonderkenning en het hierop aanpassen van het fietsgedrag.

Ten tweede is een aanpak ontwikkeld die dient als handvat voor andere gemeenten om een vergelijkbaar project op te kunnen zetten en uitvoeren. Daar binnen zijn 10 succesfactoren opgesteld die de handvaten moeten zijn voor het goed opzetten van een pilot:

  1. De bestaande sociale contexten gebruiken als uitgangspunt.
  2. Een eerlijke en realistische toon gebruiken: ‘Zolang ik fiets’.
  3. Afzenders hoeven niets met fietsen te maken te hebben, wel met ouderen.
  4. Persoonlijk contact, het gesprek aangaan over ouder worden.
  5. Reflectieve vaardigheden van ouderen trainen.
  6. Leren en toepassen in een ondersteunende sfeer.
  7. Instructie door iemand van ‘eigen leeftijd’.
  8. Eerst bewustwording creëren, dan pas nieuw gedrag aanleren.
  9. Gebruik de groep, interactie werkt!
  10. Een hyper-lokale aanpak door lokale (verkeers)kennis en inzichten toe te passen.

De aanpak bestaat uit meerdere onderdelen en kan gezien worden als een toolkit (een programma) van meerdere praktisch toepasbare maatregelen. Het programma sluit nauw aan bij de bestaande sociale – lokale – context van de oudere. Onderdelen van de toolkit zijn: de ‘aftrapmiddag’, een workshop waarin ouderen in gesprek gaan over ouder worden en fietsen, gevolgd door een fietstocht onder begeleiding van een fietscoach. Daarnaast is er ook een mobiele variant van de workshop ontwikkeld.

Uw tags

Fietsgedrag, Gedragsverandering, Ouderen, Verkeersveiligheid, Toolkit

Beschrijving 

Doel en opzet

De burgemeesters van de gemeenten Amersfoort en Dronten zijn fietsambassadeur en hebben het voortouw genomen in het ontwikkelen van een lokale aanpak. Om hier invulling aan te geven zijn de gemeenten onder andere dit onderzoeksproject gestart. Het doel van het onderzoeksproject is het ontwikkelen van een aantal interventies die gericht zijn op het bevorderen van de fietsveiligheid van ouderen. Het gaat daarbij vooral om wat ouderen zélf kunnen doen om zo lang mogelijk zo veilig mogelijk te kunnen blijven fietsen. Kortom, het gedrag van de oudere fietser staat centraal.

De aanpak van dit project is gebaseerd op een combinatie van verschillende expertises. Er is continu gezocht naar de beste methodieken en methodes die passen bij het vraagstuk. De service design aanpak draait om het centraal stellen van de gebruiker, in dit geval de oudere, gedurende het hele ontwerp- en ontwikkelproces, en gebruikt veel technieken van ontwerpers. Het ontwerpen voor gedragsverandering sluit hier goed bij aan omdat het ook inspeelt op het individu.
Omdat dit vraagstuk over iets heel routinematigs gaat, het fietsen, en ouder worden een ingewikkeld thema is, was het voor dit project essentieel om eerst een diepgaand begrip te krijgen van de ouderen en hun context. Dit is gedaan door kwalitatief onderzoek te combineren met ‘contextmapping’, een generatieve onderzoekstechniek waarmee er een beeld wordt verkregen van in dit geval de oudere in zijn context. Verder zijn gedurende het gehele project methodes uit de ontwerpwereld gebruikt zoals ‘persona’s’, (fictieve ijkpersonen), ‘journey’s’ (de fietservaring beschreven vanuit het perspectief van de oudere) en een iteratief ontwikkelproces waarbij het uitvoeren van pilots van groot belang was.
Naast de service design aanpak is door gedragswetenschappers van de Hogeschool Utrecht aan dit project gewerkt. De laatste inzichten rondom het (verkeers)gedrag van de oudere zijn in kaart gebracht alsmede beinvloedingsstrategieën om dit gedrag te veranderen. Deze inzichten vormden de wetenschappelijke basis voor de ontwikkeling van de interventie en het onderzoek.

Organisatie en financiering

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Periode en beschikbaarstelling

Het onderzoek is afgerond, en het rapport gepubliceerd in 2014.

Werkpakketten
  • Literatuur onderzoek & Deskresearch Er is gestart met het doen van deskresearch rondom de thema’s: ouder worden en fietsen, fietsongelukken, veilig gedrag en bestaande interventies; wat bestaat er al aan interventies, op welke mechanismes grijpen die in? Hiervoor zijn rapporten van de SWOV, Fietsberaad, Fietsersbond, TNO en het Kennisinstituut voor Mobiliteit (KiM) geraadpleegd. Daarnaast is literatuur bestudeerd over gedragsverandering, ouder worden en veiligheid.
  • Veldonderzoek In de veldwerkfase is kwalitatief onderzoek gedaan door middel van duo-diepte-interviews. Met koppels die regelmatig samen fietsen. De koppels kregen ter voorbereiding op de interviews een sensitizing pakketje. Dat is een werkboekje met creatieve oefeningen, die deelnemers voorbereidt op het onderwerp van het interview, om zo ook het vaak onbewuste gedrag bespreekbaar te maken. Er zijn 6 duo’s geïnterviewd. Bij de selectie van de deelnemers is gelet op verschillende factoren als leeftijd, fysieke gesteldheid, fietsgebruik en woonplaats. Zo zijn er zowel echtparen als vrienden duo’s geïnterviewd, woonachtig in stedelijke of niet stedelijke omgeving. Er waren deelnemers die nog werkzaam waren en gepensioneerden.
    Tijdens deze diepte-interviews bij de deelnemers thuis, werden de deelnemers gedurende ongeveer een uur bevraagd over de invuloefeningen uit de boekjes over de thema’s fietsen en ouderdom. Daarnaast vroegen we de deelnemers naar de mate van (on)veiligheid van de andere deelnemer. Ook werden er narratives (verhaallijnen) gebruikt waarin onveilige fietssituaties werden geschetst om de deelnemers te helpen reflecteren op hun eigen fietsgedrag.
  • Pressure Cooker/Creatieve fase Als kick-off voor de creatieve fase is een zogenaamde Pressure Cooker georganiseerd waarin er vanuit de inzichten uit de interviews en het literatuuronderzoek is toegewerkt naar concepten voor interventies. Een team bestaande uit ontwerpers, opdrachtgevers, externe creatieve professionals en gedragswetenschappers heeft vanuit ruwe ideeën een aantal totaal oplossingen uitgewerkt. Na deze Pressure Cooker heeft het projectteam in een aantal slagen van de verschillende concepten één concept gecreëerd en uitgewerkt in een uitgebreide customer journey, genaamd ‘Zolang ik fiets’.
  • Pilots Vanuit deze customer journey is gekeken welke onderdelen hiervan in een pilot getest kunnen worden. In 4 pilots zijn de belangrijkste onderdelen van het ‘Zolang ik fiets’ concept getest. Drie van de pilots vonden plaats in Dronten en de vierde in Amersfoort, waardoor het concept in verschillende settings bestudeerd kon worden.
  • Interventie De uitkomsten van deze pilots zijn opgenomen in het eindontwerp van de interventies. Deze toolkit met interventies is gebundeld in dit boek met als doel de interventies verder door te ontwikkelen samen met gemeenten.
Toepassingen

Er is een verslag gepubliceerd waarin gestart wordt met een korte procesbeschrijving. Daarna volgen twee uitgebreide delen ‘Inzichten over Ouderen en fietsen’ (een beeld waar de interventies die in dit project zijn ontwikkeld op gebaseerd zijn) en ‘Hoe dan?’ (Een handboek met praktische tips, do’s en don’ts, ervaringen met pilots en andere zaken om te enthousiasmeren en te informeren zodat zelf gestart kan worden met een pilot).

Overige

PM

Achtergronden 

Aanvullingen

PM

Publicaties en referenties

Rapportage Zolang ik fiets: Pilotproject veilig fietsen.

Betrokken maatschappelijke partijen

PM

Gerelateerde projecten

PM

Gerelateerde toepassingen

Dit project heeft ook deelgenomen in het TouchPoints onderzoeksprogramma (zie publab.hu.nl) waarin nieuwe methodieken zijn ontwikkeld voor ontwerpen voor gedragsverandering.

Vervolgonderzoek

De beschrijving van de interventies in deze rapportage geven handvatten om in de eigen gemeente aan de slag te gaan met het thema ‘veilig fietsen voor ouderen’. In het najaar van 2015 is een tweede fase van de pilot gestart waarin onderzocht is wat ervoor nodig is om de pilot op te schalen en duurzaam effect te sorteren bij ouderen in andere gemeenten en provincies.

Links

https://hbo-kennisbank.nl/details/sharekit_hu:oai:surfsharekit.nl:aa8f52e3-abb1-461a-b48b-54521f9f1822?q=Fiets

Andere media

Artikel op Verkeerskunde.nl

Tekst- en beeldrechten

Ministerie van I&M

Contactgegevens

Maaike Adriaens
maaike@ideate.nl